De Kracht van Zeeland


Een maand lang gaat de PZC op zoek naar de verborgen kracht van Zeeland. Zijn er hier schatten die buiten de provincie niet opgemerkt worden? Zes prominente Zeeuwen laten daarover hun gedachten gaan.
Dit is het eerste artikel in een reeks die toewerkt naar de vierde editie van Standplaats Zeeland: Alexander Rinnooy Kan is van 15 tot 18 juni in Middelburg te gast om zijn eigen visie op de verborgen krachten van Zeeland te geven.
De verborgen kracht van Zeeland? Dat zijn de vrouwen. Geen twijfel over, zegt Lenny Geluk van de Zeeuwse Vrouwenraad. “Zonder die vrouwen was het nooit wat geworden, na de Ramp. Die hebben de schouders eronder gezet.
Toen, en nu. Het arbeidsethos en normbesef zijn groot. Als het in de boerenstand lastig wordt, zeggen vrouwen: dan begin ik toch een theetuin, of een pluktuin? Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Ze gaan door, verzinnen wel iets. Niet van: laat ik maar in de bijstand gaan.”

Als voorzitter van de Zeeuwse Vrouwenraad (met zo’n dertien aangesloten organisaties de stem van ruim 9000 vrouwen) komt Geluk ook veel buiten Zeeland. “Het is me opgevallen dat Zeeuwse vrouwen zo zelfbewust zijn. En sterk betrokken bij hun sociale omgeving.”

Maar de kracht wordt niet geheel benut. Ze wikt haar woorden voor ze verder gaat. “Over het geheel gesproken zijn Zeeuwse vrouwen lager opgeleid dan in de rest van Nederland. Mogelijk is dat historisch gegroeid; van oudsher werd de praktische inzet van de vrouw in het bedrijf en het gezin vanzelfsprekender geacht dan een universitaire studie. Daar zit nog veel verborgen kracht. Het gaat goed, dat wel; overal om me heen zie ik een inhaalslag. De wil zich te ontwikkelen is er.”

Een kanttekening: “Ik heb het gevoel dat met name jonge vrouwen zich vaak afvragen: ‘En wat levert het mij op?’ Dat vind ik gevaarlijk. Sommige dingen doe je niet omdat je er iets voor terugkrijgt. We moeten goed burgerschap, het maatschappelijk bewustzijn, in ere houden. Vrouwen hebben van oudsher een belangrijke sociale functie. Denk aan mantelzorg, aan vrijwilligerswerk. Ook dat is kracht, die mag niet verloren gaan. ”

De leegte, antwoordt Leon Riekwell. Dat is de verborgen kracht van Zeeland. Daarmee is niet gezegd dat Zeeland uiteindelijk leeg moet blijven. De Vlissinger is programmacoördinator van het

Bureau Beeldende Kunst/Cultuurwerf. “Koester die leegte, maar doe er iets mee. Ontwikkel cultuurtoerisme op hoog niveau, op een heel bijzondere, eigenzinnige en voor Nederland unieke manier. In plaats van zo moeizaam te proberen mensen hier naartoe te lokken voor een vast verblijf, zou je moeten insteken op tijdelijk verblijf. Bied aanjagers van dat cultuurtoerisme – de internationale creative industry – een plek waar ze kunnen scheppen. Gratis verblijf in gaststudio’s, maar als tegenprestatie moet er iets gecreëerd worden dat het unieke karakter van deze provincie versterkt en Zeeland aantrekkelijk maakt voor mensen die van hoogwaardige cultuur willen genieten. Zeeland moet een podium zijn voor creativiteit, een denk- en werkruimte. Als je zo aan de slag gaat, lost de leegte zich op een bepaald moment vanzelf op.”

Bijna niemand is zich ervan bewust hoeveel energiebedrijf Delta bijdraagt aan de Zeeuwse economie. Algemeen directeur Peter Boerma is ervan overtuigd dat zijn bedrijf in dat opzicht als de verborgen kracht van Zeeland mag worden betiteld. Delta is weliswaar niet de grootste werkgever, maar levert, gerekend naar de hoeveelheid geld die het in de regio laat terugvloeien, wél de grootste bijdrage aan de Zeeuwse economie, zegt Boerma: gelijk aan alle horeca en recreatie in Zeeland samen. “Méér dan landbouw en visserij bij elkaar, zelfs. We hebben het laten uitrekenen: het bruto regionaal product bedraagt 550 miljoen euro. Zoveel komt er via ons weer in de regio terecht. Door opdrachten aan leveranciers, uitbetaling van salarissen, via sponsoring. We zijn duwer bij activiteiten, helpen dingen van de grond te krijgen, de gemeenschap alive and kicking te houden.”

Daarbij is de omzet in drie jaar tijd gegroeid van 1 naar 2,5 miljard. “Een groei van 1,5 miljard, in Zeeland, waar je eigenlijk alleen maar over krimp praat! De Sloecentrale is dit jaar klaar, nu zijn we bezig met de volgende investering: een kerncentrale. Momenteel zijn nucleaire industrieën nog verspreid door Nederland. Wij zouden graag zien dat die hier in Zeeland samengevoegd worden, in een nucleair cluster. Zo’n gebied is makkelijker te beveiligen; de opslag van radioactief afval is ook al centraal in Zeeland geregeld. In Noord-Holland staat een kernreactor die ouderdomsverschijnselen vertoont. Die moet vervangen worden. De nieuwe zou hier kunnen komen. Laat Zeeland de batterij van Nederland worden.”

Het is het vermogen tot samenwerking en de bijzondere dingen die dat oplevert, zegt commissaris van de koningin Karla Peijs. Dát is de verborgen kracht. Maar, zegt zij, net als bij heel diepliggende olie: het duurt even voor die schat ontgonnen is. “Samenwerking is in Zeeland, met zijn eilandencultuur, niet vanzelfsprekend. Is men eenmaal overtuigd van de noodzaak tot samenwerking, dan zie ik heel innovatieve oplossingen en bijzondere inzichten. Dan gáán we er ook voor. Zeeland heeft maatwerk nodig, dat merk ik steeds weer. Of het nu gaat om de ziekenhuizen, de veiligheidsregio, gezondheidszorg of jeugdzorg: Zeeland past nooit in de Haagse plaatjes.”

Een unieke regio vraagt om unieke oplossingen. Ze noemt een paar voorbeelden: “Zeeuws-Vlaanderen heeft op het gebied van volksgezondheid álles, ondanks dat de regio dunbevolkt is, ondanks minimale financiële middelen. Dat komt door de goede samenwerking. ”

Een ander voorbeeld. “Zeeuwse bedrijven moesten voor cursussen altijd de provincie uit, omdat ze zo’n cursus hier niet ‘vol’ kregen. Iemand heeft daar wat op bedacht: Het Loket. Dat bedrijf heeft een database gemaakt met 140 bedrijven. Als nu iemand een cursus verkooptraining wil, kan via die database de vraag uitgezet worden: wie wil óók zo’n cursus? Zo kun je een cursus toch in Zeeland houden. Scheelt twee overnachtingen, scheelt reizen en we houden het geld in Zeeland. Een gouden initiatief.”

Scarlett Kwekkeboom-Janse, van organisatieadviesbureau Pep, denkt ook direct aan die samenwerking. We zijn slecht in het bundelen van krachten, zegt de Zakenvrouw van het Jaar 2001. De provincie is klein, de lijnen zijn kort. Dat zou zich moeten vertalen in een enorme slagkracht. “Maar die komt te weinig naar boven. We laten ons nog te vaak door anderen van buiten de provincie de wil opleggen. Terwijl je ziet: áls we de krachten bundelen, doen we het héél goed. Kijk maar naar ontpoldering en visserij. Dan kunnen we onze belangen opeens heel goed behartigen.” Ook het arbeidsethos van de Zeeuwen mag tot de verborgen krachten gerekend worden. “Iedereen is altijd bereid de handen uit de mouwen te steken. Of het nou binnen een bedrijf is, of daarbuiten: in Zeeland heb je altijd het gevoel dat de mensen in touw zijn. Betaald, of niet betaald.”

In het verlengde daarvan ziet zij betrokkenheid. Zeeuwen zijn namelijk behoorlijk sociaal, meent Kwekkeboom. Misschien komt dat door de Zeeuwse schaal – goed beschouwd is alles klein, zelfs een stad die binnen de Zeeuwse verhoudingen als groot betiteld wordt. “Iedereen kent elkaar. Dat kan wel eens vervelend zijn, maar de sociale betrokkenheid betekent ook dat men gauw genegen is iets voor een ander te doen.” Ze verbaast zich geregeld over de innovatieve krachten die in de provincie verborgen zijn. “Iedere keer weer, als ik lees over een bedrijf dat een prijs gewonnen heeft, denk ik: wat gaan er toch een fantastische ondernemers schuil in deze provincie. Wat een grensverleggende, vindingrijke ondernemers zitten hier verborgen.”

Als ondernemer wil ze nog één ding kwijt, dat Zeeland in haar visie nóg krachtiger zal maken: “Het is altijd mijn motto geweest, en ik denk dat we het als provincie ook zouden moeten nastreven: ‘Voor winst op de korte termijn verkoop ik mijn toekomst niet.’ Leg een langetermijnvisie neer en w erk daar gestaag naartoe.”

Voor landbouwvoorman Bert Sandee ligt de kracht van Zeeland besloten in de vruchtbare grond, het milde klimaat, de lange, mooie kustlijn en de mogelijkheden van de ‘blauwe snelweg’.

Het milde klimaat biedt Zeeland een voorsprong op de concurrentie. Sandee, die twintig jaar voorzitter was van de Zeeuwse groententelers: “De vroegste aardappels komen van Tholen, winterbloemkool kun je elders in Nederland niet telen. Ons assortiment land- en tuinbouwgewassen is veel breder en dat geldt ook voor de fruitteelt: er is hier veel minder nachtvorst in de bloei.”

Over de ‘blauwe snelweg’ zegt Sandee: “De kanalen en zee-armen, ze liggen er allemaal. Daar moet je meer aandacht aan besteden. Leg goede laad- en losvoorzieningen aan, als stimulans voor de binnenvaart. De haven van Vlissingen is ook zo’n sterk punt. Zo’n goede haven! Moet je eens kijken wat een moeite het kost om in de haven van Antwerpen te komen. Vlissingen ben je zó binnen, de Braakman bij Terneuzen, voor Dow: zelfde verhaal. Een geweldige plus voor Zeeland, en gewoon voor niks.”

Ook gratis, een cadeautje van Moeder Natuur aan de recreant, is de kust. “Die van Walcheren alleen al is bijna net zo lang als van heel Zuid-Holland. En dan loopt de Walcherse kust nog door naar Beveland, Schouwen heeft een enorm strand, en dan heb je heel Zeeuws-Vlaanderen nog. Zoveel kilometer strand, zo mooi, klaar om recreanten te ontvangen. Als je het een beetje ruimtelijk bekijkt, zijn wij de groene rand van de Randstad, én van Antwerpen. Een half uurtje, een uur maximaal en je bent vanuit de drukte in de rust en de ruimte.” Om die schat beter te benutten, zou er wel wat meer aan voorzieningen gedaan moeten worden, denkt Sandee. “Zodat je ook ergens naartoe kunt als het slecht weer is.” Maar, voegt hij direct toe: “Als je tegenwoordig die waterrecreatie ziet, de surfers bij Kamperland: die gaan gewoon door. Zon, regen, dat maakt niet uit. Als de wind maar waait. En wind is er in Zeeland altijd.”



< Terug